DE OUDSTE GEGEVENS VAN DE VAN LANDSCHOOT'S IN DE 15DE EEUW
** VAN LANDSCHOOT Persoonsnamen:
1400-1420
Item ghegeven den wachter(en?) ende Ghiselinc Landscoot in hofscheden om dat zij up de halle pepen(= pijpten = muziek maken) ascencionsdaghe.
(Een hoofsheid is in de 2e betekenis een gratificatie (een kleine fooi))
akte ts 1405-1406 (AR, Rekenkamer, 38317 afb. 21/30 Stadsrekeningen Tielt).Folio 20v de eerste weke van marte anno xiiij C ende vive (maart 1405)
Archiefdocument bewaard in Algemeen Rijksarchief, Rekenkamer, 38327
akte ts 1421-1422 (AR, Rekenkamer, 38327 afb. 17/17 Stadsrekeningen Tielt).
Gylies van Lantscot - Zundert
Huygman Wynricssone van den Lare mocht jaarlijks met Lichtmis een zester rogge heffen
uit „een heyninghe . . . . . . geheyten den Solberch . . . . . . gelegen
neven Aert Mers erve westwaert ende noertwaert ende Gielys
van Lantscot erve oestwaert, streckende ter Heystraten toe zuytwaert".Deze rente ging bij vererving over op Huygman's
schoonzoon Jan van Nederven
BRON :De Brabantse Leeuw 1955, pag 145
Jan Christiaen Jan Maessone blijkens een acte van 11 October 1500 op folio 11 verso van het Zundertse schepenprotocol uit de jaren
1500 gehuwd was met Margriete, de dochter van Servaes Gilleszn van Lantscot en Katheline Willemsdochter van Nederven. Het is aan deze
Margriet van Lantschot dat de Zundertse tak van Lanschot zijn naam ontleende.
Hein van Lantscot
eerst te OERLE [zeer donkere pagina – niet te ontcijferen] - VESSEM – dorp en parochie onder de bank van Oerle
breuken van xxvii s. gro.
Hein van Lantscot
Jan Van Lanschoot, eigenaar van het Vromboutseinde, later ook leenhouder van het Boekhoutseinde in Adegem." De Oudvijver-, later Vrombautstiende, was in twee delen gesplitst.
Een deel ervan behoorde opvolgenlijk aan Clara Vrombauts, gehuwd met Jan Linier, aan Phillip Snouckaert; Phillip Dumon, en in 1720 aan Maria-Francesca Dumon;
echtgenote van Ferdinand Du Chatel. Het overige deel had, o.a: tot eigenaars Jan Van Landschoot in 1432 en Nicolaas Van Nieuwenhove in 1468,
welke laatste het aan de kanunniken van Harelbeke overliet.
BRON : Geschiedenis gemeenten van België, Arr. Eeklo, Deel I..pag. 15.
Meeus Van Lanscote (geboren rond 1425) zoon van Philippus Van Landscote (geboren rond 1395) in Knesselare en poorter in Brugge. Bron: Stadsrekeningen Brugge 32508 folio 20/120 en A. Jamees Brugse Poorters Deel 2 pag.277
Willem Van Lanschoot (geboren rond 1425) zoon van Ghevaert (geboren rond 1395) geboren in Adegem, ingeschreven 5-12-1457 omme mutsescheerder (1) te zine. SAB Poortersboeken 1457 folio 24 en 26 ** en A Jamees, Brugse Poorters Deel 2 pag.277 Jan Van Lanschoot (geboren rond 1435) zoon van Pieter (geboren rond 1400) geboren in Maldegem, ingeschreven 7-8-1462 (van Hondschote - van Landschote!!) Poortersboeken 1462 folio 56v
Moers van Landschot (geboren rond 1425) ende Lijsbiet syn wijf komen voor in een rekening (intredegeld) van 1458-1459 in de Baronie van Breda.(Nederland)
Brabants Historisch Informatie Centrum
bron: Les Optimates" de Bois-le-Duc Door Godfried Christiaan Maria van Dijck, 1973 pagina iv.
Van de Leidse van Lanschot's weet
men nu dat deze uit de baronie van Breda gekomen zijn. Cornelis van Lanschot, procureur, zoon van Gerard vestigt zich als poorter in Antwerpen in 1552. Zijn vader Gerard vestigt zich als doctor in Leiden.
Het gaat over een verzamelwerk van levens van heiligen of heilige vaders (kerkvaders), in een gemakkelijk te begrijpen stijl geschreven.
is van de hand van Johannes van Landschoot (per manum), lid van de orde van de H. Franciscus,
in het jaar 1459, op 20 oktober. Mss is manuscript op perkament en papier, in een zeer mooi handschrift,
in folio over twee kolommen. Het boek (volume) telt drie schutbladen afkomstig van een manuscript uit de 10de eeuw.
Willem van Landschot schepen in Knesselare (geboren rond 1450)
Arnold van Landscot zoon van Jacob verpacht voor 27 schell. par, 1 lijn land op "berchlandt" palende west aan het'*pietstraetgin"
Arnold van Landscot voor 2 pond 14 schell par land gelegen naast het leen van Willem van Landscot groot 200 roeden
Margriet Thonys Marten Berts dtr, genoemd met haar man Gorys Reynier Spierincx, in een geschil van haar vader met Cornelie Gielys Gielys van Lantscot.
Lysbeth Moers Henrixs van Lanxscot, uxor (vrouw van) Jan Huyben komen voor in een rekening (doodschuld betaald na de dood) van 1495 in de Baronie van Breda.(Nederland)
** Plaatsnamen
Item ghegheven Colin landsaet den XXIden dach inne marte van dat hi drouch eenen beslotenen brief an de wet van Roeselare.
(AR, Rekenkamer, 38315 afb. 13/25 Stadsrekeningen Tielt).
bron: Meierijse Schoutsrekeningen toegang 1107, computerbestand 105, inventarisnummer 13016 – periode 1429,
Rekeningen van de KWARTIERSCHOUT van KEMPENLAND (één der vier kwartieren van de Meierij van 's-Hertogenbosch), inventarisnummer 13016 periode 1429-1467 . (Nederland)
Ingeschreven 12-6-1456 omme mudsescheerde te zine.
(1) Mutsescheerdere werkman die vellen scheert en bereidt, waarvan bonten mutsen gemaakt worden.
staat op de 3de lijn
Het gebeurt wel meer dat manuscripten verknipt werden om er andere boeken mee in te binden. (vertaling Hugo Notteboom- Adegem)
bron:Heemkundige kring Land van de Woestyne (Aalter), de Armenzorg te Knesselare in de 16de eeuw, deel 2 1986 pag. 34.
bron:
De plakkaatboeken van Vlaanderen. R.A.G. Knesselare bundel nr. 369.
bron:ORZ 280 fol.116v dd.17.04.1491 Genealogie Gommers Zundert
staat op de 5de lijn
Willem van Landscot schepenen van het land van de Woestijne. Bron Land Van de Woestijne. pag. 34
in Berlaar van der hoeven van Landscot
bron: (Fr De Brabander, Woordenboek vd Familienamen pg. 835)
de hoeve te Lanscot bron: (OAR2). (Fr De Brabander, Woordenboek vd Familienamen pg. 835)
Grote Meers, Landschootmeers of Maldegemse Meers ( by Veldekens in Adegem)
volgens ligging ( 1486) =Landschootmeers : gelegen op een landschoot (germ. = skauta )
zandgrond uitspringend in moerassig terrein vlakbij Veldekens.
Dijt es de groote mersch dye men heet de Landtschoot ofte Maldeghemsche Mersch...cum zuuthende ande Jabeke, (1486, Rijksarchief Brugge-J 2661, 18r).
De jabbeke, nu Wagemakersloop vormt over de gehele lengte tot aan de Lieve, warin ze uitmondt, de grens tussen Oostwinkel en Adegem, maar ook tussen
het Brugse Vrije en de oudburg van Gent. (Geschiedenis van Maldegem deel 1 pag. 102)