Van Landschoot's bij de VOC
englishUit onderzoek is gebleken dat een 25-tal Van Landschoot's in dienst traden bij de V(erenigde) O(ost) C(ompagnie). 2 hadden er topfunkties, ze behoorden nl. tot de Heeren Zeventien = presidenten van de VOC.
De VOC werd door de bewindhebbers van de zes Kamers (Amsterdam - Middelburg - Enkhuizen - Delft - Hoorn - Rotterdam), de Heren XVII, afwisselend bestuurd vanuit Amsterdam en Middelburg. De vergaderingen van de Heren XVII werden eerst twee en later drie keer per jaar gehouden. Deze vergaderingen vonden plaats zes jaar achtereen in Amsterdam en daarna twee jaar in Middelbu. Jaarlijks stelden de Heren XVII een lijst op met producten die geïmporteerd moesten worden uit Azië. De vergaderingen duurden meerdere weken en er werden besluiten genomen over het dividend, de omvang van de vloot, de hoeveelheid van voor Azië bestemde goederen inclusief goud en zilver, en de gewenste goederen uit Azië, de veilingdata, en hoeveel iedere kamer maximaal mocht veilen. De bewindhebbers van de afzonderlijke Kamers, waar uiteindelijk de reizen georganiseerd werden, zagen elkaar uiteraard veel vaker. Zij waren verantwoordelijk voor het uitvoeren van het beleid van de Heren XVII. Kamers van de VOC De VOC had zes Kamers, die gezamenlijk het startkapitaal voor de VOC bijeenbrachten. De Kamers hadden ieder hun eigen verantwoordelijkheid. Ze konden zelf handelen, zolang ze binnen de door de VOC gestelde normen bleven. Het aantal bewindhebbers van iedere Kamer dat werd afgevaardigd naar de Heeren XVII was zo vastgesteld dat Amsterdam alléén geen absolute meerderheid had (dit op aandringen van de Zeeuwen). Vanaf 1609 was het bestuur in Batavia in handen van de Hoge Regering. De Hoge Regering was verantwoording schuldig aan de Heren XVII, maar omdat instructies vanuit Amsterdam gemiddeld 3/4 jaar onderweg waren, was de Hoge Regering in verregaande mate bevoegd zelf beslissingen te nemen. De Hoge Regering werd geleid door de Gouverneur-Generaal en bijgestaan door zes of negen leden van de Raad van Indië.