HOFSTEDE ADIEL VAN LANDSCHOOT HOF VAN MOERHUIZE?
De bewoning heeft zich ontwikkeld ten oosten van Vake, langs de Vakeleedstraat (nu Moerhuizestraat). Het Vakeleed, oorspronkelijk een waterloop voor het turfvervoer van uit Sint-Laureins naar Vake en de Lieve, volgde de huidige Vakeleedstraat in Sint Laureins en bereikte aldus de Oude Lieve naar Aardenburg, daar waar nu de Moerhuizestraat en de Lievestraat elkaar kruisen.
Blijft Vake de oudste nederzetting waarover we een vermelding hebben, in de groep woningen op de bek van Moerhuize- en Leiestraat meent Daniël Verstraete het latere centrum van Moerhuize te zien.
Daarbij denkt hij vooral aan de hofstede thans nog bewoond door Adiel Van Landschoot. De hoeve Van Landschoot met landerijen neemt ruim twee derde in van de driehoek omsloten door de Moerhuizestraat, Lievestraat en Leiestraat. Wat overbleef, vormde in de 2O ste eeuw het eigendom van de familie Longueville. Dit werd later ongeveer evenredig verdeeld onder de gezinnen Marcel De Deyne-Longueville, Honoré Cromheecke-Longueville en Richard De Pauw-Yvonne Dhont.
Op het erf trekt de monumentale schuur meer de aandacht dan het woonhuis. In een balk is het jaartal 1742 gekerfd. De omvang van de schuur, vroeger met stro gedekt, en van de stallingen wijzen op een omvangrijke uitbating. Volgens de huidige bewoner had het huis reeds in 1928, toen de familie Emiel Van Landschoot het aankocht, zijn authentiek uitzicht verloren door het aanbrengen van een cementbepleistering met voegenpatroon. De foto uit de periode dat de familie Leloup er woonde (1902-1920) geeft ons een meer origineel beeld. Nog niet zo lang geleden zijn er fraaie Delftse tegeltableaus verwijderd. Het is een typische boerenwoning met opkamer. Onder de voutekamer is een dubbele kelder te zien, die de ganse breedte van het woonhuis omvat.
De woning Van Landschoot vertoonde veel gelijkenis met de 18de-eeuwse woning ten zuiden ervan en tot rond 1990 bewoond door Marcel De Deyne-Aline Longueville. Ze werd in 1995 door Peter Notteboom-Saskia Van Acker aangekocht en verbouwd. Een geslaagde restauratie met respect voor de traditie en de omgeving. De oude bakstenen werden gerecupereerd en de kelders intact gelaten, wat te verzoenen bleek met de eisen van modern en comfortabel wonen.
Vroegere bewoners van het hof van Moerhuize:
Over de bewoners van de hofstede van Adiel van Landschoot in de 18de -19de eeuw zijn we op de hoogte, dankzij een dagboek bijgehouden door Jan Baptist Bekaert. We baseren ons op wat D. Verstraete over hen kon achterhalen. Het was Jacobus Bernardus Bekaert, afkomstig van Veldekens-Adegem, die in 1785 het hof aankocht. Hij was dan al een hele poos gehuwd met Isabella Barbara Stroo. Isabella was de weduwe van Bernard Claeys, gestorven in 1761. Bernard Claeys had in 1756 een hofstede gekocht aan de zuidkant van het Leiestraatje, oost van de ouderlijke hoeve (nu hofstede Yvan Van Haelemeesch, Moerhuize 46). lsabella bleef er na de dood van Bernard nog een hele tijd wonen met haar tweede echtgenoot, Jacobus Bekaert.
bron:Jaarboek 2003 "Ambacht Maldegem" pag 116;
**********************
Het hof van Vake is te zien op de kaart van Pourbus (1550-1590), en nog duidelijker op die van graaf de Ferraris (1771-1775). Vanaf de 9de eeuw (vermelding van Vake), over de l3 de eeuw (periode van de turfontginning) tot in de hedendaagse tijd heeft de onverdroten cultivering het landschap grondig veranderd. Na de l6de eeuw is de bewoning vooral toegenomen in oostelijke richting. Tot ver in de 20ste eeuw waren bijna alle inwoners van Moerhuize landbouwers, op enkele uitzonderingen na. De bewoners vormden een vrij gesloten gemeenschap en er werd heel veel binnen dezelfde families getrouwd. Aldus ontstond een kluwen van relaties tussen de families De Pauw, Calleeuw, Vlaeminck, Van Ootegem, Impens, De Windt, Cuelenaere, Van Landschoot, om nog maar de voornaamste te noemen.